Israëlische schendingen januari 2023
In januari 2023 documenteerde Staat van Beleg 2,505 Israëlische schendingen jegens het Palestijnse volk.
Dodelijkste maand sinds 2015
In januari kwamen er 41 Palestijnen om het leven als gevolg van Israëlisch geweld, waarmee het de dodelijkste maand voor Palestijnen op de Westelijke Jordaanoever en Oost-Jeruzalem is sinds 2015.
Zes van de slachtoffers waren minderjarig, de jongste was een 14-jarige jongen genaamd Omar Lotfi Khumour. Een oudere vrouw genaamd Majda Abdel Fattah Obaid, die 60 jaar oud was, werd ook gedood. Ze werd naar verluidt neergeschoten tijdens het lezen van de koran in haar eigen huis.
Een aanzienlijk aantal van de dodelijke slachtoffers werd veroorzaakt door geweervuur van Israëlische troepen, terwijl de overige doden het gevolg waren van geweld door kolonisten.
De meerderheid van de slachtoffers viel in Jenin, een stad in het noorden van de Westelijke Jordaanoever, die een doelwit is geweest van zoek- en arrestatieoperaties van het Israëlische leger. Het escalerende geweld en de frequentie van Israëlische agressie op de Westelijke Jordaanoever hebben geleid tot een toename van Palestijns gewapend verzet. Volgens gegevens verzameld door Middle East Eye overtrof het aantal Palestijnen dat in 2022 door Israëlische troepen op de Westelijke Jordaanoever werd gedood, alle voorgaande jaren sinds de Tweede Intifada.
Zowel burgers als gewapende strijders behoorden tot de slachtoffers.
De Palestijnen gedood in januari
Mohammed Samar Hoshiyeh, 22, werd gedood op 2 januari, toen Israëlische troepen het dorp Kafr Dan, gelegen nabij Jenin, binnenvielen om een Palestijns huis te slopen. Daarbij werden Mohammed en een Palestijnse tiener doodgeschoten.
De 17-jarige tiener Fouad Mohammed Abed werd ook gedood door de Israëlische strijdkrachten die Kafr Dan binnenvielen. Hoewel Palestijnse groeperingen rouwden om het verlies van Hoshiyeh en Abed en hen ‘strijders’ noemden, is het onduidelijk of ze wapens droegen op het moment van hun dood.
Op 3 januari werd de 15-jarige Adam Essam Ayyad door Israëlische troepen met een scherpe kogel in de borst geschoten tijdens een inval in het vluchtelingenkamp Dheisheh nabij Bethlehem. Ayyad, die uit een gezin met een laag inkomen kwam en in een kampbakkerij werkte, was erg getroffen door de moord op zijn vriend en collega-bakker, Omar Manah, dat het hem ertoe bracht de overvallende soldaten te confronteren.
Amer Abu Zeitoun, 16, werd gedood door Israëlische troepen tijdens een inval op 5 januari. Israëlische troepen trokken het vluchtelingenkamp Balata binnen om Palestijnen in het Hashashin-gebied vast te houden. Dit leidde tot een confrontatie tussen gewapende Palestijnen en de Israëlische strijdkrachten, wat resulteerde in de inzet van Israëlische sluipschutters in de steegjes van het kamp. Amer, die ongewapend was, was aanwezig in de buurt van de Palestijnse schutters die in gevecht waren met de Israëlische strijdkrachten. Terwijl hij naar voren leunde om de soldaten te observeren, schoot een Israëlische sluipschutter hem dodelijk in het hoofd met scherpe munitie. Ondanks dat Amer op de grond viel, bleven de Israëlische soldaten kogels op hem afvuren, waarbij ze hem in zijn rechterpols en linkerknie troffen. Vervolgens werd hij in een privévoertuig naar het Rafidia-ziekenhuis gebracht, waar hij rond 03.15 uur dood werd verklaard.
Ahmad Abu Junaid, 21, werd op 11 januari gedood tijdens een aanval op Balata-kamp, nadat hij in het hoofd was geschoten.
Sanad Mohammad Samasra, 19, werd op 12 januari doodgeschoten door een Israëlische kolonist nadat hij volgens de kolonist had geprobeerd hem neer te steken.
Tijdens een invasie door Israëlische soldaten in het vluchtelingenkamp Qalandia, werd Samir Awni Harbi Aslan, een 41-jarige vader van acht kinderen, op tragische wijze gedood. Ooggetuigen vertelden dat de soldaten eerst de zoon van Samir aanvielen en toen Samir naar voren stapte om zijn kind te verdedigen, werd hij in de borst geschoten en gedood.
Volgens het Palestijnse ministerie van Volksgezondheid werd Samir, die in het vluchtelingenkamp Qalandia woonde, gedood door schoten in de borst. Nadat ze Samir hadden neergeschoten, verhinderden de soldaten lokale bewoners en Palestijnse medici om eerste hulp te verlenen of hem naar een ziekenhuis te vervoeren, wat leidde tot zijn dood.
Volgens het Palestijnse ministerie van Volksgezondheid werd de 25-jarige Habib Mohammed Abdul Rahman Kamil door het hoofd geschoten door de Israëlische troepen tijdens een aanval op Qabatiya.
De 18-jarige Abdel Hadi Nazal werd tijdens de aanval op de stad Qabatiya door Israëlische troepen in nek en borst geschoten.
Izz Eddin Basem Hamamreh, 24, en Amjad Adnan Khalilieh, 23, werden op 14 januari neergeschoten in hun voertuig nabij het dorp Jabba.
Yazan Samer al-Jaabari stierf in Jenin op 14 januari aan schotwonden opgelopen tijdens de sloop van een huis.
Ahmed Abdel-Jalil Kahla, 45, werd gedood door Israëlische soldaten tijdens een autozoektocht bij de westelijke ingang van de stad Silwad. Volgens ooggetuigen dwongen soldaten Ahmad uit zijn auto en een verbale ruzie leidde ertoe dat de soldaat hem van dichtbij neerschoot.
Palestijnse hulpverleners werden door de soldaten tegengehouden om eerste hulp te verlenen, maar konden Ahmad uiteindelijk naar het Palestine Medical Complex in Ramallah brengen, waar hij stierf aan zijn verwondingen.
De man was op weg naar zijn werk op een bouwplaats met zijn zoon, Qussai, 18, toen hij werd gedood.
Omar Lotfi Khumour, werd op 16 januari doodgeschoten door Israëlische soldaten in het vluchtelingenkamp Deheishe, ten zuiden van Bethlehem op de Westelijke Jordaanoever, dat onder Israëlische bezetting staat. De jonge jongen stierf als gevolg van een ernstige schotwond in het hoofd.
De schietpartij vond plaats tijdens een raid door Israëlische legervoertuigen op het vluchtelingenkamp, waarbij huizen met geweld werden doorzocht en een jonge man werd gearresteerd.
Ondanks dat hij naar het Beit Jala-ziekenhuis was vervoerd, moest hij vanwege de ernst van Amro’s verwondingen worden overgebracht naar de Bethlehem Arab Society for Rehabilitation, waar hij uiteindelijk bezweek aan zijn verwondingen.
Hamdi Shaker Abu Dayyeh, 40, werd doodgeschoten nadat hij op 17 januari het vuur zou hebben geopend op Israëlische troepen in het noorden van Hebron. Ooggetuigen zeiden dat de soldaten verhinderden dat Palestijnse ambulances Abu Dayyeh bereikten, wiens lichaam door het leger werd vastgehouden.
Hamdi was een voormalige politieke gevangene en een getrouwde vader van drie kinderen uit Halhoul.
Op 19 januari, Adham Mohammad Bassem Jabarin, 26, werd neergeschoten en gedood door Israëlische soldaten tijdens een raid op het vluchtelingenkamp Jenin in het noorden van de Westelijke Jordaanoever. Terwijl Adham bloedend op de grond lag, kwam een oudere man uit zijn huis om hulp te bieden en eerste hulp te verlenen. De soldaten schoten en doodden echter ook die man.
Jawad Farid Hussein Bawaqna, een 58-jarige leraar op een middelbare school, getrouwde vader van zes kinderen, werd in het hoofd geschoten toen hij eerste hulp probeerde te verlenen aan de eerder genoemde gedode Palestijnse man, Adham Jabarin.
Op 21 januari, Tariq Odah Yoused Maali, een getrouwde vader van drie kinderen uit het dorp Kafr Ni’ma, werd vermoord door een Israëlische paramilitaire kolonist in het Jabal Ar-Reesan-gebied nabij Ramallah. Israëlische bronnen beweren dat hij probeerde een kolonist neer te steken, maar er is geen bewijs om deze bewering te ondersteunen, wat een veelgebruikt excuus is dat door Israëlische kolonisten en soldaten wordt gebruikt na het doden van Palestijnen.
Het incident vond plaats in de illegale buitenpost Sde Ephraim nabij de kolonie Neria, gebouwd op gestolen Palestijns land.
Op 25 januari, Aref Abdel Nasser Lahlouh, een 20-jarige uit het vluchtelingenkamp Jenin, werd doodgeschoten door Israëlische troepen in Qalqilya. De jongeman werd vermoord in het bijzijn van zijn moeder en broer.
Volgens het Israëlische leger werd Lahlouh neergeschoten nadat hij had geprobeerd een soldaat aan te vallen met een mes bij een militaire controlepost. Het leger meldde geen gewonden onder de soldaten. De soldaten weigerden Palestijnse hulpverleners toegang te geven tot Lahlouh of zijn lichaam te bergen. Bovendien werd een paar uur na de schietpartij de vader van Lahlouh, Abdul-Nasser, gearresteerd toen hij op weg naar huis een militaire controlepost overstak.
Mohammad Ali, 17, werd op 25 januari gedood door de Israëlische grenspolitie ten noordoosten van bezet Jeruzalem. De schietpartij vond plaats nadat het leger het vluchtelingenkamp was binnengevallen om een huis te slopen. De jongen werd neergeschoten nadat hij naar verluidt een speelgoedpistool op de agenten had gericht. De Israëlische politie beweert dat het speelgoedwapen “er echt uitzag”, maar videobewijs toont aan dat Mohammad werd neergeschoten terwijl hij wegrende nadat hij het speelgoedpistool had laten vallen. The Jerusalem Post stelde dat het onduidelijk is of het dodelijke schot gerechtvaardigd was. Het Israëlische leger weigerde commentaar te geven op de schietpartij en verklaarde dat het wordt afgehandeld door de grenspolitie.
Mohammad werd naar een medisch centrum in bezet Jeruzalem gebracht, waar hij dood werd verklaard. Zijn familie werd het verzoek geweigerd om zijn lichaam mee te nemen voor de begrafenis.
Op 26 januari verloren tien Palestijnen het leven in het vluchtelingenkamp Jenin tijdens een meedogenloze Israëlische aanval op de Westelijke Jordaanoever. Deze inval was een van de meest verwoestende in de afgelopen jaren. Soldaten, uitgerust met zware wapens, kwamen het kamp binnen onder het mom van een commerciële vrachtwagen en richtten zich op een gebouw dat werd gebruikt als verzamelplaats voor de kampbewoners.
Tijdens deze inval werd Majda Abdel Fattah Obaid, een 61-jarige ongewapende burger, in haar huis in hoofd en nek geschoten.
Mohamed Sami Ghonaim, 28, werd gedood tijdens het bloedbad aangericht door het Israëlische leger in het vluchtelingenkamp Jenin op 26 januari.
Saib Issam Mahmoud Izriqi, 25, werd gedood tijdens het bloedbad door het Israëlische leger in het vluchtelingenkamp Jenin op 26 januari.
Mohammad Mahmoud Sobh, 34, werd gedood tijdens het bloedbad door het Israëlische leger in het vluchtelingenkamp Jenin op 26 januari.
Nour el-Din Sami Ghonaim, 22, werd gedood tijdens het bloedbad door het Israëlische leger in het vluchtelingenkamp Jenin op 26 januari.
Een Israëlisch militair voertuig reed over de 16-jarige Wasim Amjad Aref Abu Jaes nadat Israëlische troepen met scherp hadden geschoten op een groep Palestijnse jongeren tijdens het bloedbad in het vluchtelingenkamp Jenin.
Vanwege de ernstige verwondingen van het militaire voertuig en ernstige snijwonden aan het hoofd, konden doktoren niet bevestigen of Wasim ook een schotwond had opgelopen.
Motasem Mahmoud Abu al-Hasan, 40, werd gedood tijdens het bloedbad door het Israëlische leger in het vluchtelingenkamp Jenin op 26 januari.
Nadat een Israëlische sluipschutter de 17-jarige Abdullah Marwan Juma’a Mousa in de borst had geschoten, verhinderden Israëlische troepen dat een ambulance hem ongeveer tien minuten lang kon bereiken.
Hij werd in de ochtend rond 9.30 uur dood verklaard in het Jenin Government Hospital.
Izzedin Yassin Salahat, 22, werd gedood tijdens het bloedbad door het Israëlische leger in het vluchtelingenkamp Jenin op 26 januari.
Omar Tariq Ali Al-Saadi, 24, werd neergeschoten tijdens de inval in het vluchtelingenkamp in Jenin en bezweek drie dagen later aan zijn verwondingen. Na de inval in Jenin schoten Israëlische troepen in de stad al-Ram op Palestijnen die naar buiten waren gekomen om te protesteren tegen de moorden.
Youssef Yahya Abdul Karim Muhaisen, 22, die ongewapend was, werd dodelijk in de buik geschoten tijdens demonstraties tegen het doden van Palestijnen.
Israëlische troepen schoten op 25 januari de ongewapende Wadea Abdulaziz Meri Abu Ramouz, 17, neer in Silwan, Oost-Jeruzalem. Hij liep een schotwond onder zijn hart op. Hij stond onder arrest en werd bewaakt in het ziekenhuis, zelfs op de IC. Hij stierf op 27 januari in het Shaare Zedek Medical Center.
Khairy Alqam, een 21-jarige Palestijn, doodgeschoten en nam het leven van zeven mensen buiten een gebouw dat wordt gebruikt als synagoge in de nederzetting Neve Yaakov in Oost-Jeruzalem. Na de schietpartij vluchtte hij het gebied uit, maar werd later aangehouden door de Israëlische politie. Tijdens de confrontatie werd Khairy gedood door geweervuur.
Khairy Alqam is vernoemd naar zijn grootvader die in 1998 werd vermoord door een Israëlische kolonist. Haim Ferelman, de man die het leven beroofde van de 51-jarige Khairy Alqam en drie andere Palestijnen, werd vrijgesproken van de misdaad en vrijgelaten onder huisarrest door een Israëlische magistratenrechtbank in 2010.
Op 29 januari maakte een Israëlische kolonist, gewapend met een wapen, een einde aan het leven van de 18-jarige Karam Ali Salman in de provincie Qalqilya op de Westelijke Jordaanoever. Palestijnse bronnen verklaarden dat de omstandigheden rond de schietpartij onduidelijk waren. Het Israëlische leger beweerde dat een civiel beveiligingsteam een persoon had neergeschoten die gewapend was met een handvuurwapen nabij de Kedumim-nederzetting in het noorden van de Westelijke Jordaanoever.
Op 30 januari werd Nassim Abou Fouda, 26, gedood door Israëlische troepen in Hebron. Hij reed in een voertuig in de buurt van de Ibrahim-moskee in het centrum van Hebron toen troepen bij een militaire controlepost op hem schoten. Het Israëlische leger beweerde dat Abou Fouda een soldaat had geraakt met zijn voertuig en probeerde te ontsnappen, wat ertoe leidde dat de soldaten het vuur openden en hem raakten.
Voor meer informatie over Israëlische schendingen van het Palestijnse volk, zie ons archief of bekijk de maandelijkse rapporten van de Negotiations Affairs Department.
No Comment